Tegels plaatsen op vloerverwarming zit in de lift. Het geeft niet alleen een aangenamer gevoel, ook esthetisch is het een meerwaarde. Naast elektrische vloerverwarming, is de meest gebruikte toepassing een buizensysteem met warm water. In dit artikel focussen we op dit traditioneel systeem en bespreken we de richtlijnen om tegels te plaatsen op dit type vloerverwarming.
Tegels plaatsen op vloerverwarming zit in de lift. Vloerverwarming zorgt voor een gelijkmatige verwarming van de kamer, wat een aangenamer gevoel geeft in vergelijking met een radiator. Esthetisch gezien is vloerverwarming onzichtbaar waardoor een ruimte anders kan ingedeeld worden.
De meest gebruikte toepassing is een warmwaterbuizensysteem dat in de dekvloer wordt geplaatst. Veel recenter kwam er ook elektrische vloerverwarming op de markt (zie kader onderaan).
In dit artikel focussen we ons op het traditioneel vloerverwarmingssysteem (warm water).
Opbouw
Vooreerst wordt er een uitvullaag aangebracht, bestaande uit een zand/cement mengsel of PUR. We onderscheiden dan een nat en een droog systeem.
Bij een ‘droog systeem‘ worden de buizen in een voorgevormde constructie van piepschuim of polystyreen geleverd, waarin de verwarmingsbuizen komen te liggen met daarop een geleider (bv. aluminium platen). Hierop komt een cementdekvloer (meestal 6-8 cm).
Bij een ‘nat systeem’ wordt er na de uitvullaag een isolatielaag aangebracht. Daarna wordt er een dekvloer geplaatst met daarin de verwarmingsbuizen (meestal 6 cm dikte).
Een alternatief voor de traditionele cementdekvloer is een vloeichape, op basis van anhydriet of cement (minimale dikte van 4 cm). Globaal zal een vloerverwarmingssysteem minimaal 13 tot 20cm dik zijn.
Opstartprotocol
Minimum 7 dagen (14 dagen bij dikbedlijm) na het betegelen kan de vloerverwarming opnieuw worden opgestart. In geval van snelverhardende lijm en voegmortel kan dit natuurlijk sneller. Hiervoor gebruikt u het door de fabrikant voorgestelde opstartprotocol. We verwijzen hierbij naar de TV 179: de vloerverwarming mag vervolgens op een laag regime werken. Dit is op een temperatuur van 5°C tot 10° C; men dient dan minstens drie weken te wachten alvorens de vloerverwarming naar een normaal regime te brengen. (telkens met stappen van +5°C/dag)
Op die manier zal je jaren plezier hebben van het tegelwerk én van de vloerverwarming. Opgelet, vloerverwarming zal steeds een langzame op-en afkoeling vereisen. Dit bekent dat ook na een aantal jaar, na een periode van inactiviteit, telkens zal worden opgestart via het gekende opstartprotocol. Dit om spanningsschade te vermijden.
Dilatatievelden
Bij de aanmaak van de cementdekvloer zal er ook een toeslagstof worden toegevoegd die zorgt voor een verdichting van de dekvloer én dus een betere warmtegeleiding. Bij het plaatsen van de dekvloer is het uitermate belangrijk dat de correcte dilatatievelden worden gemaakt. Ideaal zijn rechthoekige vlakken van maximum 8m x 5m met een lengte/breedteverhouding van maximum 2.
Houd rekening met de mogelijke verbanden. Stem het plaatsen van de slangen van de vloerverwarming af op de geplande dilatatievlakken. Enkel een tegelverband is toegestaan op vloerverwarming.
Vochtpercentages alvorens te betegelen:
- Een cementdekvloer: max 4% vochtgehalte;
- Een anhydriet vloeichape: max 0.5% of 1% indien een aangepaste lijm wordt gebruikt. Hiervoor verwijzen we naar een eerder artikel over het plaatsen van tegels op anhydriet.
Het is verplicht om de vloerverwarming op te starten alvorens de tegelwerken aan te vatten. Elke vloerverwarmingfabrikant heeft hiervoor een opstart –en afkoelprotocol dat stipt dient gevolgd te worden. De dekvloer krijgt zo de gelegenheid om de thermische spanningen op te vangen én de buizen kunnen gecontroleerd worden op lekkage.

Heel belangrijk: volg altijd het opstartprotocol om fouten te vermijden
Ontkoppelen of niet?
Om het dilatatiepatroon in de dekvloer te omzeilen, kan een ontkoppelingsmembraan geplaatst worden op de dekvloer. Hierdoor kunnen ook tegels in andere verbanden worden gelegd, wat esthetisch handig is bij bijvoorbeeld een keramische parketimitatie. Afhankelijk van de ontkoppelingsmat kunnen zelfs dilatatievelden vergroot/vermeden worden. Raadpleeg hiervoor uw fabrikant. Wanneer u ontkoppelt, kan u ook de initiële opstart vermijden en onmiddellijk aanvangen met het betegelen. Respecteer na het plaatsen van de tegelwerken het opstook –en afkoelprotocol.
Keuze tegellijm
De minimumeis voor het plaatsen van tegels op vloerverwarming is een C2-lijm. S1 lijmen zijn flexibel en dus meer aangewezen bij grotere formaten, en bij grotere temperatuurschommelingen veroorzaakt door onder andere grote raampartijen(rechtstreeks zonlicht), grotere mechanische belastingen (bijvoorbeeld in showrooms).
Van groot belang is dat er moet gestreefd worden naar 100% lijmoverdracht. De tegellijm fungeert namelijk ook als warmtegeleiding en op die manier wordt het vloerverwarmingssysteem ten volle benut. Holle (lucht)ruimtes zijn dan een nadelige isolatie en beïnvloeden de warmtegeleiding negatief.
Om voldoende contactoppervlak te verkrijgen zijn de geijkte methodes gekend: dubbele verlijming of een vloeibedlijm. Houd natuurlijk de tegels vrij van kolommen, kozijnen en andere verticale bouwdelen en werk passend af met een kit.
De voegmortel
Gebruik geen zand/cement maar een industriële gemodificeerde voegmortel van het type CG2. De noodzakelijke breedte is afhankelijk van de grootte van de tegel, de kleur van de tegel en de te betegelen oppervlakte. Ga nooit smaller dan 3mm, ook niet omwille van esthetische redenen. De nominale voegbreedte mag nooit kleiner zijn dan tweemaal de toegelaten tolerantie op de tegels. De plinten, die los staan van de tegelvloer, en de eventuele dilatatievoegen worden opgekit met een kit die voldoet aan de ISO 11600 en/of EN 15651, indien van toepassing.
In elk geval is een duurzame toelaatbare vervorming van 25 % gewenst in geval van bewegende voegen.
Elektrische vloerverwarming ten slotte
Naast warmwaterverwarming bestaan er ook elektrische vloerverwarmingssystemen. Veelal worden deze dunne systemen rechtstreeks op de dekvloer geplaatst en in de tegellijm ingebed. Bij dergelijke systemen zal de temperatuurschommeling groter zijn. Hier is dan ook een C2 S1 lijm aangewezen. De wachttijd voor de ingebruikname van dit soort systemen is minimum 4 weken. Ook hier dient men het WTCB of fabrikant eigen opstartprotocol te respecteren.
Praktijkvoorbeeld: opstart- en afkoel protocol vloerverwarming
- Plaatsen chape dag 1/1
- Opstart vloerverwarming dag 7/1 bij 0° C
- Dag 8/1: 5°C daarna de temperatuur geleidelijk verhogen met +5°C /24h tot een maximale temperatuur van 50°C is bereikt. Deze temperatuur wordt 3 dagen constant gehouden, daarna wordt de temperatuur elke 24h met 5°C verlaagd tot 10°C. Temperatuur blijft tijdens de plaatsing constant.
- Pas na 1 week terug de temperatuur stapsgewijs verhogen met 5°C /24h tot maximum 50°C.
Snel dit artikel gratis lezen?
Maak eenvoudig en gratis een account aan.
-
Lees elke maand een aantal plus-artikels gratis
-
Kies zelf welke artikels je wil lezen
-
Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief