Een mooie en karaktervolle steen, mits goed geplaatst …
Eigenschappen en voordelen
Leisteen ontstaat door de metamorfose van klei en silt onder hoge druk en temperatuur. Hierdoor ontstaat een compacte steen met een typische splijtstructuur, gekenmerkt door lagen van kwarts, mica, chloriet, kalkspaat en sporen van andere mineralen. De hardheid van leisteen schommelt rond 4-5 op de schaal van Mohs en de levensduur bedraagt minstens 80 jaar bij correct gebruik.
Voordelen:
- Zeer duurzaam, krasbestendig en waterdicht;
- Uitstekende vorst- en weerbestendigheid;
- Onbrandbaar, kleurvast en eenvoudig te onderhouden;
- Diverse kleuren (meestal grijs/antraciet, soms bruinachtig), in natuurlijke, gezaagde of geslepen afwerking.
Ondergrond en voorbereiding
Een effen, vormvaste en droge ondergrond is cruciaal—leisteen kan niet zonder risico op verkleuring rechtstreeks op een gesloten ondergrond (zoals oude tegels) geplaatst worden. Ideaal is een cementgebonden chape of beton, grondig gereinigd en droog. Voor buitenpaden kan gewerkt worden op een mengsel van aarde en zand-cement.
Hou volgend stappenplan aan:
- Controleer de ondergrond op vlakheid >2mm over 2 meter;
- Herstel oneffenheden met cementgebonden egalisatiemortel;
- Vermijd restvocht bij plaatsing door voldoende droogtijd van de chape in acht te nemen.
Plaatsingsmethoden
Afhankelijk van de tegelgrootte, dikte en de aard van het project zijn er verschillende methoden:
- Dunbedmethode: gebruik cementgebonden, flexibele natuursteenlijm. Breng de lijm kruisgewijs op zowel de ondergrond als de tegel aan (buttering-floating), zodat er volledige hechting wordt gegarandeerd.
- Dikbedmethode: geschikt voor niet-gekalibreerde leisteen. Leg de tegel in verse mortel en klop handmatig op hoogte/vlakheid.
- Buitentoepassing: gebruik een weerbestendige, UV-bestendige flexlijm. Voor grotere formaten een middelbedmortel gebruiken.
Respecteer maat- en dikteverschillen tussen tegels door gebruik te maken van een variabele voegbreedte of dikbedtechniek. Bij wild- of halfsteensverband moet er regelmatig gecontroleerd worden op vlakheid en patroon.
Voeg- en dilatatieadvies
Professionele voegmortels voor natuursteen zijn essentieel. Kies voor een cementaire, snel uithardende mortel die vrij is van metalen pigmenten. Voor dilatatie- en bewegingsvoegen is een kleurvaste, zuurvrije natuursteensilicone aangewezen. De voegbreedte is standaard 3 tot 8 mm, afhankelijk van formaten en stijl. Houd voegen liefst 5 tot 7 dagen open voor optimale vochthuishouding, in de eerste plaats om randverkleuringen te minimaliseren.
Impregnering, afdichting en onderhoud
Door de poreuze structuur is impregneren of sealen van leisteen na plaatsing vrijwel altijd noodzakelijk, zeker bij lichte varianten en alle natte toepassingen. Gebruik een pH-neutraal impregneermiddel. Test altijd vooraf op een klein deel van de steen op ongewenste kleurverandering. Voor het onderhoud geldt dezelfde regel: uitsluitend met pH-neutrale middelen, absoluut geen zuren of schurende reinigers. Vermijd altijd contact met citrusvruchten, azijn en agressieve chemicaliën, zeker bij gepolijste oppervlakken. Krassen kunnen vaak worden weggewerkt met een dunne mineraaloliebehandeling
Enkele aandachtspunten
- Laat tegels acclimatiseren in de verwerkingsruimte (min. 24 u);
- Meng tegels uit verschillende dozen voor een natuurlijk kleurverloop;
- Voor wanden gebruikt men enkel lichte tegels op een stabiele, vlakke ondergrond.
- Ventileer bij natte ruimtes of buitengevels;
- Controleer het oppervlak op wateropname. Ontstaat er een donkere plek na 10 minuten, dan is impregneren vereist.
- Informeer de klant dat een lichte afschilfering in de eerste weken na de plaatsing niet ongewoon is.
Over leisteen, marmer en graniet
Leisteen verschilt fundamenteel van andere natuurstenen zoals graniet en marmer, zowel qua samenstelling en ontstaan, als qua fysische eigenschappen en toepassingsmogelijkheden. Omdat leisteen een metamorf gesteente is, gevormd door omvorming van klei en schalie onder relatief lage druk en temperatuur, resulteert dit in een gelaagde, schilferige structuur, waardoor leisteen makkelijk in dunne platen kan worden gespleten. De steen is overwegend fijnkorrelig, minder poreus, meestal mat van uiterlijk en goed warmtegeleidend. Graniet ontstaat dieper in de aardkorst door het langzaam afkoelen van magma (stollingsgesteente), wat zorgt voor een grofkorrelige, compacte structuur zonder duidelijke grenzen of zwakke naden. Deze opbouw maakt graniet tot één van de hardste, meest slijtvaste natuurstenen; het is nagenoeg ongevoelig voor krassen, zuren of hitte. Marmer is, net als leisteen, een metamorf gesteente, maar dan vooral gevormd uit kalksteen onder hoge druk en temperatuur. Hierdoor ontstaat een compacte, glanzende steen met karakteristieke aders. Marmer bestaat voornamelijk uit calciet, is zachter dan graniet en beter te polijsten dan leisteen. Het is wel poreuzer en gevoeliger voor zuren en krassen.